FOLFIRI - Bevacizumab - Bijwerkingenbijkanker.nl (2024)

Geselecteerde behandelingen: doelgerichte therapie, chemotherapie, overige middelen

Inleiding

Als u hoort dat u kanker heeft, komt er veel op u en uw naasten af. Uw behandelend arts heeft met u gesproken over uw ziekte en behandeling. Tijdens de behandeling van uw arts in het Haaglanden Medisch Centrum (HMC) is de verpleegkundig specialist uw vaste aanspreekpunt.

Soorten kanker

Er bestaan veel verschillende soorten kanker. De meeste soorten kanker krijgen de naam van de plek in het lichaam, waar de kanker ontstaat, bijvoorbeeld borstkanker, darmkanker of longkanker.
Kanker kan zich verspreiden via het bloed of het lymfestelsel. Zo komt de kanker op andere plaatsen in het lichaam terecht. Dit noemen we uitzaaiingen of metastasen.

Behandelingen

Binnen het HMC behandelen we kanker met medicijnen. Het kan zijn dat u deze medicijnen krijgt via tabletten, een injectie of een infuus. Is er kans op genezing? Dan krijgt u een curatieve behandeling. Deze behandeling heeft het doel om u te genezen van kanker.
Kunt u niet meer genezen? Dan krijgt u een palliatieve behandeling. Deze behandeling kan de groei van de kanker remmen en kan pijn en andere ongemakken verminderen.

Soorten behandelingen met medicijnen

Chemotherapie
Chemotherapie bestaat uit medicijnen die kankercellen doden of de groei van kankercellen remmen.

Doelgerichte behandeling
Doelgerichte therapie (targeted therapy) valt de kankercellen heel precies aan. Deze medicijnen worden vaak 'remmers' genoemd, bijvoorbeeld HER2-remmers, VEGF-remmers of EGFR-remmers.

Immunotherapie
Immunotherapie gebruikt het immuunsysteem om de kankercellen aan te vallen. De behandeling maakt het immuunsysteem sterker of extra actief om de kanker te bestrijden.

Behandeling op de afdeling

De behandeling met een infuus of injectie vindt plaats op de afdeling interne oncologie van het HMC, locatie Antoniushove. Meld u zich hiervoor op de afgesproken dag en tijd bij de balie. Deze bevindt zich op de tweede etage, route groen. De oncologieverpleegkundige meet uw temperatuur, hartslag en bloeddruk. Vervolgens plaatst de verpleegkundige een infuusnaald en start de behandeling. In het geval van een injectie wordt de injectie door de verpleegkundige toegediend. Tijdens de behandeling ligt u in een bed op een één- of meerpersoonskamer. Bij een dagopname mag één van uw naasten tijdens de behandeling bij u aanwezig zijn. Als u meer dan één dag in het ziekenhuis verblijft, mag één van uw naasten ook buiten bezoektijden bij u langskomen. Voor andere bezoekers gelden de normale bezoektijden.

Eten en drinken tijdens uw behandeling
Als patiënt ontvangt u eten en drinken tijdens uw verblijf op de afdeling. Bezoekers en begeleiders ontvangen een kortingscoupon van het ziekenhuis restaurant.

Vervoersvergoeding
Vraag uw zorgverzekeraar of u in aanmerking komt voor een (taxi) vergoeding.

Gratis parkeren
Vindt uw behandeling plaats op de afdeling interne oncologie/hematologie? Dan krijgt u een uitrijkaart.
Heeft u een kuur die meer dagen duurt? Dan krijgt u alleen een uitrijkaart op de dag dat u weer naar huis gaat.
Vraag de uitrijkaart aan bij de aankomstbalie.

Informatieplein oncologie
Het Informatieplein bevindt zich in het Antoniushove ziekenhuis links van de hoofdingang aan de buitenzijde. Het biedt ondersteuning en raad aan iedereen die te maken krijgt met kanker. Vraag uw verpleegkundig specialist voor meer informatie of kijk op de website: https://www.haaglandenmc.nl/afdeling/kankerzorg-informatieplein-oncologie/

Algemene bijwerkingen

Een behandeling kan bijwerkingen geven. Het verschilt per persoon wat deze zijn. De mogelijke algemene bijwerkingen worden hieronder beschreven.

Vermoeidheid
U kunt last krijgen van vermoeidheid, concentratieverlies en geheugenproblemen.
Na de behandeling kunnen deze klachten nog langere tijd aanhouden.
Kijk voor meer informatie over vermoeidheid op: https://www.kanker.nl/soorten-behandelingen/chemotherapie/bijwerkingen/vermoeidheid

Invloed op conditie
Uit onderzoek blijkt dat het goed is om lichamelijk actief te blijven tijdens en na de chemotherapie. Door chemotherapie gaat uw fitheid (conditie) echter vaak achteruit. Houdt daarom uw conditie zo goed mogelijk op peil. Beweeg minimaal dertig minuten per dag. Maak bijvoorbeeld dagelijks een wandeling of meerdere kleine wandelingen. Het effect van bewegen is het grootst wanneer u onder begeleiding traint. Dat kunt u bijvoorbeeld doen in een revalidatieprogramma of bij een fysiotherapeut die is gespecialiseerd in kanker.
Op https://www.verwijsgidskan*er.nl/ vindt u een fysiotherapeut of andere zorgverlener bij u in de buurt.

Voeding
De behandeling of de kanker zelf kan klachten geven, waardoor eten moeilijk wordt. Bijvoorbeeld omdat u misselijk bent of omdat uw smaak verandert. De behandeling kan veel energie van uw lichaam vragen. Mogelijk verliest u gewicht of wordt u zwaarder.

We geven u enkele algemene adviezen over voeding tijdens de behandeling:

  • Eet en drink geen (sap van) grapefruit, mineola, pomelo, ugli, tangelo of sevilla;
  • Gebruik geen sint-janskruid;
  • Eet bij voorkeur geen rauw vlees, rauwe vis en rauwmelkse kazen;
  • Neem geen supplementen met visolie vanaf 24 uur vóór tot en met 24 uur ná de toediening van de specifieke middelen Irinotecan, Carboplatine, Cisplatine en Oxaliplatine. Vette vis mag wel!!

Kijk voor meer voedingsadviezen op: https://www.wkof.nl/leven-met-kanker/voedingenkankerinfo/ en https://www.kanker.nl/algemene-onderwerpen/voeding/wat-kunt-u-doen/voeding-en-de-behandeling-van-kanker

Haaruitval
Sommige medicijnen veroorzaken volledige haaruitval. Adressen van haarwerkspecialisten in uw omgeving kunt u vinden op: (www.verwijsgidskan*er.nl).

Tandarts
Krijgt u chemotherapie? Laat dan een tandarts uw gebit vóór de chemokuren controleren. Sommige soorten chemotherapie kunnen problemen met het gebit erger maken. Heeft u een behandeling aan uw gebit nodig? Overleg dan eerst met uw verpleegkundig specialist of behandelend arts.

Psychische en sociale gevolgen
Het kan moeilijk zijn om met kanker om te gaan. Kanker kan immers veel veranderen in uw leven, bijvoorbeeld op het werk of in relaties. Soms kunt u door lichamelijke beperkingen tijdelijk niet werken of dagelijkse dingen niet meer doen. De toekomst kan onzeker zijn.Vraag uw verpleegkundig specialist of behandelend arts voor een verwijzing naar een psycholoog, als u daar behoefte aan heeft.
Kijk voor meer informatie in de folder ‘kanker is meer dan je aankunt’
https://www.kanker.nl/sites/default/files/library_files/brochure-Als-kanker-meer-is-dan-je-aankunt.pdf.

Moeite met onthouden en concentreren
Door chemotherapie kunt u last krijgen van problemen met uw geheugen en concentratie. We noemen dit een 'chemobrein'.
Kijk voor meer informatie over moeite met denken, onthouden en concentreren op: https://www.kanker.nl/cognitieve-problemen

Invloed op seksualiteit en intimiteit
Intimiteit en seks zijn vaak niet meer hetzelfde na de diagnose en behandeling van kanker. Vraag gerust om advies aan uw verpleegkundig specialist of behandelend arts.
Kijk voor meer informatie over kanker en intimiteit op: https://www.kanker.nl/seksualiteit

Invloed op vruchtbaarheid
Voor zowel mannen als vrouwen heeft de behandeling van kanker invloed op een eventuele kinderwens en vruchtbaarheid. Meer informatie:

Kinderen
Als een ouder kanker heeft, beïnvloedt dat ook de kinderen en het gezinsleven.
Kijk voor meer informatie over kanker en uw gezin op: https://www.kanker.nl/kanker-en-je-gezin

http://www.kankerspoken.nl/biedt hulp aan kinderen die een ouder met kanker hebben.

Lange termijn gevolgen
Kijk voor alle problemen die over langere tijd kunnen voorkomen op https://www.kanker.nl/soorten-behandelingen/chemotherapie/gevolgen/langetermijngevolgen-van-chemotherapie

Autorijden
De medicijnen tegen kanker kunnen uw rijvaardigheid beïnvloeden. U mag dan meestal niet zelf naar huis rijden. Bespreek dit met uw verpleegkundig specialist of behandeld arts of kijk op: https://www.rijveiligmetmedicijnen.nl. Zorg voor vervoer op de dag van de kuur, als dat nodig is.

Nederlandse Kankerregistratie
De Nederlandse Kankerregistratie (NKR) verzamelt gegevens van iedereen in Nederland die kanker heeft.
Lees meer over de NKR op: https://www.kanker.nl/algemene-onderwerpen/cijfers-over-kanker/hoe-komen-deze-cijfers-tot-stand/registratie-van-kanker-in-nederland

Algemene informatie

Bereikbaarheid ziekenhuis

Tijdens de behandeling kunt u met vragen en/of klachten contact op nemen met het ziekenhuis. Overdag is de polikliniek oncologie-hematologie bereikbaar van 8 uur tot 16.30 uur. Via ons patiëntenportaal mijnHMC is het mogelijk om herhaalrecepten aan te vragen en niet dringende vragen te stellen aan uw medisch specialist of verpleegkundig specialist. In de avond, nacht, weekend en feestdagen kunt u contact op nemen met de afdeling H2 groen van locatie Antoniushove.

Polikliniek oncologie-hematologie: 088-979 4334

Afdeling H2 groen: 088-979 4510

Bij de volgende klachten verzoeken wij u direct contact op te nemen met het ziekenhuis:

  • Temperatuur boven 38,2 °C
  • Koude rillingen
  • Bloedverlies dat niet stopt (bijvoorbeeld een bloedneus)

Bij de volgende klachten verzoeken wij u om overdag contact op te nemen met het ziekenhuis:

  • Als u meerdere keren per dag braakt en/of de medicijnen tegen de misselijkheid niet helpen
  • Diarree; meer dan 4 keer per dag waterdunne ontlasting
  • Verstopping (harde/ moeizame ontlasting); langer dan 48 uur geen ontlasting
  • Pijnlijke ontsteking van het mondslijmvlies

Wie wanneer te bellen?

Wanneer

Wie

In levensbedreigende situaties.

Bel 112

Voor vragen, klachten, advies of afspraken die te maken hebben met uw oncologische ziekte en/of behandeling.

Bel de polikliniek interne oncologie: 088-979 4334.

U krijgt altijd eerst een polimedewerker aan de telefoon. Kan de polimedewerker uw vraag niet beantwoorden? Of wilt u de verpleegkundig specialist spreken? Dan zal de polimedewerker een belafspraak voor u inplannen.

Plotselinge of nieuwe klachten die te maken hebben met uw oncologische ziekte. Denk bijvoorbeeld aan koorts, pijn of benauwdheid.

Bel de polikliniek interne oncologie via 088-979 4334. Doe dit maandag t/m vrijdag tussen 08.00-16.30 uur.

Krijgt u deze klachten ’s avonds, ’s nachts of in het weekend?

En zijn de klachten te erg om te wachten tot de volgende werkdag? Bel dan: 088-979 4510.

Niet urgente vragen of opmerkingen.

E-consult via mijnHMC.patiëntenportaal mijnHMC

(Herhaal) recepten.

E-recept via mijnHMC.patiëntenportaal mijnHMC

Bij klachten die niet te maken hebben met kanker en de behandeling hiervan.

Via uw huisarts.

Behandelschema

FOLFIRI - Bevacizumab

Deze kuur bestaat uit een cyclus van 2 weken

Medicament

Toedieningsmoment

Toedieningswijze

Bevacizumab

Dag 1

Infuus

Irinotecan

Dag 1

Infuus

Folinezuur

Dag 1

Infuus

Fluorouracil

Dag 1

Infuus

Fluorouracil

Dag 1 en 2

Infuus

Overige medicatie

Medicament

Waarom

Wanneer

Medicatierol

Ter voorkoming van misselijkheid

Volgens voorschrift

Start 2 uur voor de kuur

Metoclopramide

Bij misselijkheid

Zo nodig, maximaal 3 keer per dag

1 tablet

Loperamide

Bij diarree

(diarree is een waterige dunne ontlasting waarvoor u meer dan 4 keer per dag naar het toilet moet)

Start met 2 capsules

Na elke volgende diarree 1 capsule

Let op!

Neem altijd contact op met het ziekenhuis als u koorts heeft en/ of de diarree langer dan 24 uur duurt

Stop met de loperamide als er geen diarree meer is

Magnesiumhydroxide

Bij verstopping

Zo nodig, maximaal 3 keer per dag

2 tabletten

Let op: tablet heel doorslikken

Omeprazol

Bij maagklachten

Zo nodig starten, maximaal 1 keer per dag

1 tablet

Extra info veilig omgaan met excreta

Wanneer u met een chemokuur of een ander middel wordt behandeld, dan zullen de chemische stoffen uit de medicijnen via excreta uit uw lichaam verdwijnen. Excreta is een medische term voor alles wat het lichaam uitscheidt: urine, ontlasting, wondvocht, bloed, traanvocht, transpiratie, sperma, braaksel en speeksel. Dit wordt ook wel uitscheidingsproducten genoemd.

Direct (huid)contact van met name middelen uit een chemokuur in uitscheidingsproducten kan schadelijk zijn voor uw gezondheid. En voor de gezondheid van uw naasten. De chemische stoffen blijven een aantal dagen na de kuur schadelijk. Het verschilt per middel hoe lang dit is. Het kan variëren van 1 dag tot 7 dagen.

De risico's zijn voor u en uw omgeving klein, omdat u thuis slechts gedurende korte tijd in aanraking komt met cytostatica. Toch is het goed om een aantal maatregelen te nemen. Zo kunt u de risico's tot een minimum beperken.

Lees hier meer over adviezen voor patiënten die behandeld worden met chemotherapie

Beschermende maatregelen ten aanzien van excreta

  • Bevacizumab: geen risico
  • Fluorouracil (5-FU): 2 dagen
  • Irinotecan: 4 dagen

Middelen met hun bijwerkingen

Bevacizumab (doelgerichte therapie)

  • Andere smaak
  • Benauwd zijn
  • Huidproblemen
    • huidverkleuring
    • droge huid
  • Klachten centraal zenuwstelsel
  • Maag-darmklachten
    • misselijk zijn en overgeven
    • buikpijn
    • diarree
    • minder zin in eten
    • verstopping
  • Minder bloedcellen
    • tekort aan bloedplaatjes
    • tekort aan witte bloedcellen
  • Moe zijn
  • Nierproblemen
  • Pijn in spieren of gewrichten
  • Schade aan zenuwen (neuropathie)
  • Slechte wondgenezing
  • Afvallen
  • Hoge bloeddruk
  • Hoofdpijn
  • Koorts
  • Oogirritatie
  • Pijnlijke mond
  • Trombose
  • Vervroegde overgang

Fluorouracil (5-FU) (chemotherapie)

  • Benauwd zijn
  • Bloeding
  • Dunner haar
  • Gevolgen voor vruchtbaarheid en ongeboren kind
  • Grieperig voelen
  • Hartproblemen
  • Huidproblemen
    • hand-voetsyndroom
  • Maag-darmklachten
    • misselijk zijn en overgeven
    • diarree
    • minder zin in eten
  • Minder bloedcellen
    • bloedarmoede
    • tekort aan bloedplaatjes
    • tekort aan witte bloedcellen
  • Moe zijn
  • Pijnlijke mond

Folinezuur (overige middelen)

  • Er zijn geen bijwerkingen bekend.

Irinotecan (chemotherapie)

  • Cholinergisch syndroom
  • Dunner haar of haaruitval
  • Gevolgen voor vruchtbaarheid en ongeboren kind
  • Maag-darmklachten
    • misselijk zijn en overgeven
    • buikpijn
    • diarree
    • minder zin in eten
  • Minder bloedcellen
    • bloedarmoede
    • tekort aan witte bloedcellen
  • Moe zijn
  • Koorts
  • Pijnlijke mond

Bijwerkingen en adviezen

Andere smaak

Door de behandeling kan uw smaak veranderen. Wat u proeft of hoe iets smaakt verandert door verhoging of verlaging van de zogenoemde ‘smaakdrempels’ De uitgesproken smaken zoals zoet, zout, zuur of bitter worden anders geproefd. Een bittere smaak (‘metalig, gallig’) kan overheersen. Uw smaak kan ook verminderen.
Ook uw reuk zal misschien veranderen:

  • er kan een ongevoeligheid voor geuren ontstaan (u ruikt veel minder of niks)
  • of juist een overgevoeligheid voor geuren (u ruikt alles sterker)
  • beiden hoeven nietovereen te komen met de smaak
Advies

Uw reuk- en smaakvermogen kan per dag wisselen. Om toch met plezier te kunnen blijven eten, is het belangrijk te experimenteren met het bereiden van eten en drinken.

  • zorg ervoor dat het eten er aantrekkelijk en lekker uitziet
  • dat u voldoende drinkt; dit laatste is erg belangrijk. Voldoende betekent dat u per dag 1½ tot 2 liter moet drinken; dit zijn 16 kopjes of 14 bekers per dag
  • er zijn recepten ontwikkeld speciaal voormensen metsmaakverandering bij kanker. Bekijk hier de recepten

U kunt bij uw arts vragen naar een doorverwijzing naar een diëtist.
Voor diëtisten bij u in de buurt, raadpleeg hier de Verwijsgids Kanker.
Lees hier meer over voeding en kanker

Benauwd zijn

Bij benauwdheid heeft u het vervelende en vooral angstige gevoel dat u niet of onvoldoende kunt ademhalen. Dit wordt ook wel dyspneu genoemd.

Advies

Neem contact op met uw behandelend arts bij een van de volgende klachten:

  • plotseling optredende kortademigheid
  • een gevoel van benauwdheid
  • een snelle ademhaling die u niet kunt corrigeren
  • koorts

Bloeding

De medicijnen waarmee u behandeld wordt,kunnen bloedingen veroorzaken.

Bloedingen kunnen inwendig of uitwendig zijn. Gewoonlijk stopt de bloeding vanzelf. Heel vaakveroorzaken medicijnen tegen kankereen tekort aan bloedplaatjesin het bloed. Bloedplaatjes spelen een belangrijke rol bij de bloedstolling. Heeft u eentekort aanbloedplaatjes, dan is het bloed dunner en stolt het minder snel. Klachten kunnen zijn:

  • bloedneus
  • bloed in de urine
  • zwarte ontlasting of bloed bij de ontlasting (dit kan duiden op een bloeding in de maag of darmen)
  • bloeduitstorting en blauwe plekken (zonder dat u zichheeft gestoten of bent gevallen)
  • bloed bij hoesten of braken
  • bloedend tandvlees
  • menstruatie die heviger wordt
Advies
  • pas op met stoten en krab geen wondjes open
  • als ueen wondje heeft, druk dit dan een tijdje stevig dicht, bijvoorbeeld met een steriel gaasje
  • gebruik geen scherpe voorwerpen. Elektrisch scheren is beter dan met een mesje
  • probeer de ontlasting soepel te houden door veel te drinken: 1½ tot 2 liter per dag
  • gebruik bij het tandenpoetsen een zachte borstel
  • neem de temperatuur op onder de arm (niet in de anus), of gebruik een oorthermometer

Heeft ueen of meer klachten die horen bij bloedingen, neem dancontact op met uw behandelend arts. Soms is een transfusie met bloedplaatjes nodig om de bloedplaatjes aan te vullen om zobloedingen te stoppen of voorkomen.

Cholinergisch syndroom

Het acuut cholinergisch syndroom kan onstaan tijdens of vlak na de toediening van de behandeling. Klachten kunnen zijn:

  • (hevige) diarree, buikpijn
  • tranende ogen
  • zweten, rillingen
  • duizeligheid
  • problemen met zien
  • je ziek voelen
Advies

Waarschuw direct de verpleegkundige als u een van bovenstaande klachten heeft. De behandeling wordt dan even stopgezet en u krijgt dan medicijnen toegediend om dit syndroom te onderdrukken. Later wordt dan geprobeerd om de behandeling voort te zetten.

Voor de volgende behandeling met hetzelfde middel worden er maatregelen vooraf genomen om deze klachten te voorkomen.

Dunner haar

Uw haar kan dunner worden, maar meestal verliest u niet al uw haar. Haarverlies begint vaak na de eerste of tweede kuur. Na de behandeling groeit uw haar meestal weer terug.

Advies
  • verzorg het haar voorzichtig
  • gebruik een milde shampoo
  • droog het haar voorzichtig, niet te heet en te vaak föhnen
  • permanenten of verven van het haar is in deze periode af te raden
  • soms is het prettiger om het haar kort te laten knippen.

    Zie ook de website www.lookgoodfeelbetter.nl

Dunner haar of haaruitval

Dunner wordend haar of haaruitval (ook wel alopecia genoemd) is de meest zichtbare bijwerking van chemotherapie. Hoe komt het dat haar volledig of in mindere mate uitvalt? Kankercellen hebben de eigenschap om zich snel te delen. Het doel van chemotherapie is om de snel delende cellen te vernietigen of de groei ervan te vertragen. Daarbij treft de chemotherapie ook gezonde cellen die zich snel delen, zoals de cellen die in onze haarzakjes voor de haargroei zorgen. Met als gevolg: complete haaruitval of dunner wordend haar.

Behalve hoofdhaar kunnen ook wenkbrauwen, wimpers, oksel-, lichaams- en schaamharen uitvallen. Uw hoofdhuid kan gevoelig of pijnlijk aanvoelen. Haaruitval begint meestal enkele weken na toediening van medicijnen.

De haaruitval die door de behandeling veroorzaakt wordt, is meestal tijdelijk. Het haar begint binnen enkele weken tot maanden na het stoppen van de behandeling weer te groeien. Wanneer uw haar weer aangroeit, kan het anders zijn dan uw oorspronkelijke haar was, zoals: de kleur, het haar kan sluiker zijn of juist meer krullen hebben. Meestal is dit tijdelijk. In enkele uitzonderlijke gevallen is de haaruitval blijvend.

Uw arts kan u informeren over de mate van haarverlies uw behandeling mogelijk veroorzaakt. Ook kunt u informeren of hoofdhuidkoeling mogelijk is om haaruitval zoveel mogelijk te beperken.

Advies

uitvallen van veel haar tegelijk vinden de meeste mensen heel vervelend; u kunt van te voren alvast uw haar kort knippen

  • als uw haar is uitgevallen, kunt u een pruik dragen
  • een haarwerkspecialist kan u helpen bij het kiezen van een haarstukje of pruik
  • vraag om advies voordat uw haar dunner wordt, dan is goed te zien welke coupe en kleur u gewend bent
  • uw eigen kapper en de verpleegkundigen zullen u informeren over adressen van haarwerkspecialisten
  • synthetische pruiken zijn vaak net zo mooi als pruiken van echt haar. Ze zijn bovendien lichter van gewicht, makkelijker in onderhoud en goedkoper. Laat u in ieder geval goed voorlichten.
  • (een deel van) de kosten voor een pruik of haarstukje wordt vergoed door uw ziektekostenverzekeraar. Informeer ernaar voordat u iets koopt.
  • wilt u geen pruik dragen? Een goed alternatief is eenpet, sjaal of muts.
  • tegenwoordig kan tijdens de behandeling in het ziekenhuis hoofdhuidkoeling worden gegeven, om haaruitval zoveel mogelijk tegen te gaan. Informeer naar de mogelijkheden binnen uw ziekenhuis.
  • zie ook de websitehttp://www.lookgoodfeelbetter.nl/, www.geefhaareenkans.nl/ en www.hoofdhuidkoeling.nl (hoofdhuidkoeling wordt niet geadviseerd bij mensen met hematologische kankerof overgevoeligheid voor kou)

Gevolgen voor vruchtbaarheid en ongeboren kind

Vrouwen mogen tijdens de behandeling en ook in een bepaalde periode daarna meestal niet zwanger worden. Er kunnen gevaren zijn voor het ongeboren kind.

Bij mannen is niet altijd goed bekend wat de gevolgen zijn als tijdens (en in een periode na) de behandeling een zwangerschap ontstaat.

Ook kan de behandeling van kanker ervoor zorgen dat u (later) minder vruchtbaar bent. Dit hangt af van het soort medicijnen, de combinatie van medicijnen, de dosering, de soort kanker en uw leeftijd.

Advies

Bespreek voor u begint met de behandeling wat dit in uw situatie betekent. Of en hoelang u maatregelen moet nemen om een zwangerschap te voorkomen. En wat de gevolgen kunnen zijn voor kinderwens in de toekomst.

Is er een kinderwens? Bespreek dan met uw behandelend arts de mogelijkheid van invriezen van sperma of eicellen vóór het starten van de behandeling.

Grieperig voelen

Door de behandeling kunt u een grieperig gevoel krijgen. Klachten hierbij kunnen zijn:

  • algehele malaise
  • koorts
  • hoofdpijn
  • verminderde eetlust

Het grieperig gevoel is meestal van korte duur. Het begint enige uren na de toediening van de medicijnen, houdt 1 tot 2 dagen aan en verdwijnt meestal weer spontaan.

Advies
  • neem de temperatuur op wanneer u zich niet goed voelt of last heeft van koude rillingen. Heeft u eentemperatuur van 38,5 ºC of meer? Neem dan contact op met uw behandelend arts. Misschien heeft u daneenbijkomende infectie.
  • nemen degriepverschijnselen in de dagen na de behandeling niet af of wordt het zelfs erger? Neem dan contact opmet uw behandelend arts.

Hartproblemen

Tijdens de behandeling krijgt u een medicijn dat het hart kan beschadigen. Hierdoor kan de werking van de hartspier afnemen. Uw hart heeft dan een verminderde pompkracht of klopt onregelmatig. Deze bijwerking hangt af van de totale hoeveelheid van dit medicijn. Voorbeelden van klachten zijn:

  • hartkloppingen
  • hartritmestoornis
  • hartfalen

Of deze bijwerking optreedt, verschilt per patiënt. Loopt u door de behandeling risico, dan zal uw arts u regelmatig controleren.

Advies

Als u een van de volgende klachten heeft, neem dan contact op met uw behandelend arts:

  • extreme vermoeidheidbij lichamelijke inspanning
  • pijn op de borst
  • kortademigheid
  • hartbonzen (vooral ‘s nachts), een onregelmatige hartslag of een erg snelle hartslag
  • vocht vasthouden in de benen (dikke enkels, onderbenen).

Huidproblemen

Door de behandeling kan de huid geïrriteerd raken.

huidverkleuring

Door de behandeling kan uw huid en/of nagels verkleuren. Klachten bij verkleuring kunnen zijn:

  • tijdens de behandeling kan de huid vaal geel zijn. Dat verdwijnt als de behandeling is gestopt
  • bij een lichte huid kunnen donkere vlekjes ontstaan door extra pigment in de huid
  • bij een donkere huid kunnen lichte vlekken in de huid ontstaan door het verdwijnen van pigment
  • donkere verkleuring van de bloedvaten waar het infuus in heeft gezeten
  • donkerder worden van de handlijnen en nagels
  • gemakkelijk scheuren of afbrokkelen van de nagels en in een enkel geval zelfs volledig uitvallen
  • dwarse strepen op de nagels
  • blauwachtige verkleuring van de huid/lippen door te weinig zuurstof in het bloed
Advies
  • probeer felle zon te vermijden
  • gebruik altijd een zonnebrandcrème met een hoge beschermingsfactor (30 of hoger)
  • om de vlekken te verbergen kan er in overleg met de dermatoloog camouflerende crème worden gebruikt
  • houd uw nagels kort
  • gebruik geen acetonhoudende nagellakremover
  • het gebruik van speciale nagelverhardende lak kan goed helpen
  • kringen onder de ogen, vlekken, huidverkleuringen en kleine littekens kunt u verhelpen met een camouflagestick; kies een kleur die het dichtst bij uw eigen huidskleur ligt.

droge huid

Door de behandeling kan de huid droog en/of schilferig worden. De huid is kwetsbaar, omdat de aanmaak van huidcellen door de behandeling wordt verminderd.

U kunt de volgende klachten krijgen:

  • droge en/of schilferige huid
  • overgevoeligheid voor zonlicht
  • roodheid
  • jeuk
Advies

Advies huid:

  • gebruik bij voorkeur geen zeep tijdens het douchen of baden
  • gebruik bij voorkeur lauwwarm water.
  • gebruikeen beetje amandelolie in het badwater om uw huid soepel te houden. Soms is een medicinale badolie nodig. Uw behandelend arts kan u hierover informeren.
  • vermijd producten op alcoholbasis
  • gebruik alcoholvrije, verzachtende en vochtinbrengende crème
  • probeer felle zon te vermijden
  • gebruik altijd een zonnebrandcrème met een hoge beschermingsfactor (20 of hoger)
  • gebruik tegen de jeuk een koelzalf of mentholpoeder.

hand-voetsyndroom

Tijdens de behandeling kunt u last krijgen van het hand-voet syndroom. Handen en voeten zijn dan pijnlijk, rood en gezwollen en kunnen tintelen of dood aanvoelen. Ook kan dehuidschilferen en kunnen er zweren of blaren op de huid ontstaan.

Bij de meeste mensen zijn deklachten mild en verdwijnen deze binnen 1 of 2 twee weken. Zijn de klachten ernstiger,dan zijn medicijnen nodig.

Advies

Klachten centraal zenuwstelsel

Door de behandeling kan het centraal zenuwstelsel nietgoed functioneren.Het centrale zenuwstelsel omvat de hersenen en het ruggenmerg. Het zenuwstelsel regelt de werking van het hele lichaam. Een netwerk van zenuwen door het hele lichaam verbindt de hersenen en het ruggenmerg met de rest van het lichaam. Op die manier worden signalen van en naar het centrale zenuwstelsel doorgegeven om het lichaam aan te sturen.

Als de zenuwfunctie niet goed werkt, kunnen de volgende klachten ontstaan:

  • onvast lopen
  • moeite om bewegingen te coördineren
  • geheugenverlies
  • depressie
  • hoofdpijn
  • wazig zien
  • sufheid
  • verwardheid
  • onrust
  • spierspasmen
  • trillen
  • spraakstoornis
  • epileptische aanvallen

Deze klachten zijn soms enkele uren na het begin van de behandeling merkbaar.Maar het kan ook enkele weken duren voordat u iets voelt. De verschijnselen zijn meestal tijdelijk en verdwijnen vaak binnen enkele maanden na beëindiging van de behandeling.

Advies

Meld klachtenaanuw behandelend arts. Indiennodig past deze de behandeling aan.

Maag-darmklachten

Door de behandeling kunt u last krijgen van maag-darmklachten. Dit zijn klachten die te maken hebben met het spijsverteringskanaal. Deze loopt van de mond tot en met de anus. Klachten kunnen zijn: een ander ontlastingspatroon, maag- of buikpijn, opgeblazen gevoel of winderigheid.

misselijk zijn en overgeven

Door de behandeling kunt u last krijgen van misselijkheid en overgeven.

U kunt de volgende klachten krijgen:

  • kokhalzen en overgeven
  • weinig of geen eetlust
  • maagklachten, zoals een vol gevoel of pijn
  • buikpijn of -krampen, opgezette buik, rommelingen in de buik
  • dorst

Medicijnen kunnen misselijkheid en overgeven verminderen of voorkomen. Het is belangrijk dat u de medicijnen altijd inneemt zoals u met uw behandelend arts hebt besproken. Houdt u aan de vaste tijden om de medicijnen in te nemen, ook als u niet misselijk bent.

Advies
  • gebruik vaker een kleine maaltijd. Probeer een lege maag te vermijden door regelmatig een kleinigheidje te eten, zoals een cracker of beschuit of een schaaltje yoghurt
  • ochtendmisselijkheid vermindert soms na het eten van een toastje of beschuit voor het opstaan. Leg in de avond bijvoorbeeld een pakje toastjes klaar naast het bed of een pakje met soepstengels en smeerkaas
  • pas de maaltijden aan, neem geen producten die de misselijkheid vergroten
  • drink veel, tenminste1,5 liter per dag. Dit zijn14 kopjes of 12 bekers per dag
  • door op iets tezuigen, gaan de speekselklieren werken. Dit voorkomt een droge mond en een vieze smaak in de mond. Denk aan (suikervrije) zuurtjes,ijsklontje, waterijsje, zachte stukjes fruiten dropjes
  • probeer of het drinken van koolzuurhoudende dranken helpt. De koolzuur kan helpen om overtollige lucht uit de maag op te boeren en zo een vol gevoel te verlichten. Neem de koolzuurhoudende drank niet te koud, dit kan weer maagklachten geven

  • zorg voor een rustige omgeving en frisse lucht. Drukte en nare luchtjes kunnen de misselijkheid verergeren. Maak, wanneer mogelijk, een korte wandeling buiten. Dit kan helpen om de misselijkheid te verminderen en het eten na een maaltijd te laten zaken. Blijf uit de keuken waar net eten is klaargemaakt en ventileer uw woning goed

  • probeer gerechten die koud of op kamertemperatuur zijn, deze worden vaak beter verdragen. Laat warme voedingsmiddelen en dranken afkoelen tot ze lauwwarm zijn
  • neem een goede houding aan. Ga wanneer mogelijk rechtop zitten tijdens de maaltijd of probeer met het bovenste deel van het lichaam rechtop te zitten Ga niet meteen na de maaltijd weer liggen. Blijf tot een half uur na de maaltijd rechtop zitten. De maaltijd kan zo beter zakken en dat beperkt de misselijkheid

Meer informatie over voeding en kanker

Het is raadzaam om contact op te nemen met uw behandelend arts bij de volgende klachten:

  • ernstig en aanhoudend overgeven gedurende 24 uur of langer
  • als u niet voldoende kunt drinken, minder dan 1½ liter per dag (dat zijn 12 kopjes of 10 bekers)
  • als u tekenen van uitdroging vertoont; dit merkt u aan een droge mond, droge huid, weinig of niet meer kunnen plassen en een donkere kleur urine.

U kunt bij uw arts vragen naar een doorverwijzing naar een diëtist.
Voor diëtisten bij u in de buurt, raadpleeg hier de Verwijsgids Kanker.

buikpijn

Door de behandeling kunt u pijn in de buik krijgen. Dat kan van de maagstreek tot in de onderbuikzijn.

diarree

Diarree is waterige dunne ontlasting waarvoor u meer dan 3 keer per dag naar de wc moet. Bij diarree nemen de darmen minder vocht en voedingsstoffen op. Dit komt door irritatie van de darmen, waardoor de darmen minder goed werken. Vaak komt de aandrang plotseling. En is het ophouden van de diarree moeilijk of lukt het zelfs helemaal niet.

De volgende klachten kunnen optreden:

  • een waterige of dunne ontlasting
  • bloed of slijm bij de ontlasting
  • buikpijn en/of buikkrampen
  • opgeblazen gevoel
  • vaak naar de wc moeten
  • misselijk zijn en overgeven
  • koorts
  • als u een stoma heeft voor de ontlasting, moet u het zakje vaker legen dan normaal.

Hieronder vindt u adviezen over hoe u kunt omgaan met deze klachten.

Advies

Wat moet u doen bij diarree:

  • Neem contact op met uw zorgverlener als de diarree langer dan 24 uur duurt, er bloed of slijm bij de ontlasting zit of als u moet overgeven en diarree heeft.
  • Houd bij hoe vaak en hoe veel ontlasting u heeft.
  • Door de diarree verliest u meer vocht dan normaal. Het is belangrijk om genoeg te blijven drinken, minstens 1,5 tot 2 liter per dag. Dit zijn ongeveer 10-12 glazen. Denk aan water, thee, bouillon, sap of limonade. Varieer met zowel zoete als zoute dranken. Genoeg drinken kan in het begin lastig zijn, omdat u niet altijd dorst heeft. Het kan dan helpen om op te schrijven wat u heeft gedronken.

Wat kunt u nog meer doen bij diarree:

  • Voeding is meestal niet de oorzaak van diarree. Een streng dieet is niet nodig. Wel kan het helpen om verschillende dingen te eten. Vasten of minder eten is niet verstandig.
  • Vermijd koffie, alcohol, zure dranken, producten met zoetstoffen of producten met lactose.
  • Eet of drink (tijdelijk) meer zout. Als u diarree heeft, verliest u meer zout dan normaal. Neem regelmatig een kopje soep of bouillon. Overleg met uw zorgverlener als u niet te veel zout mag eten.
  • Eet kleine porties. Kies in plaats van 3 grote maaltijden voor kleinere porties verdeeld over de dag.

Neem nooit medicijnen, supplementen of probiotica (bacteriën die de darmen kunnen helpen) tegen diarree zonder dit met uw zorgverlener te bespreken.

Kijk hier voor meer adviezen over wat u kunt eten bij diarree.

Ook kunt u bij diarree last krijgen van wondjes en pijn rondom de anus. Hieronder vindt u adviezen wat u moet doen als u wondjes en/of pijn rondom uw anus heeft:

  • Maak uw huid schoon met zacht toiletpapier.
  • Was de huid al deppend zonder zeep.
  • Gebruik vette zalf rondom het anale gebied om de jeuk te verzachten.

Laatst gewijzigd: 23 mei 2024

minder zin in eten

Uw behandeling kan ervoor zorgen dat u minder zin in eten hebt. Meestal is dit tijdelijk. Als u (teveel) afvalt binnen korte tijd, dan heeft dat een negatief effect op de algemene gezondheidstoestand. In een goede voedingstoestand kunt u de behandeling doorgaans beter aan en heeft u minder kans op complicaties.

Om uw gewicht en conditie op peil te houden, moet uvoldoende energie (calorieën), eiwitten, vocht en voedingsstoffen zoals vitamines en mineralen binnen krijgen.

Advies

Controleer uw gewicht. Door uzelf regelmatig te wegen, bijvoorbeeld één keer per week, kunt u bijhouden of u afvalt.

Tips om de eetlust weer op te wekken:

  • probeer eens andere eetwaren uit of maakhet eten eens op een andere manier klaar
  • als u geen zin heeft om te koken,vraag dan iemand anders om dat te doen
  • beweeg regelmatig en ga regelmatig een frisse neus halen
  • zorg datu altijd een tussendoortje op zak heeft alsu ergens naar toe gaat
  • neem de maaltijden in een rustige en aangename omgeving
  • vergeet ook hapjes en drankjes niet zoals vruchtensap, schijfjes appel, kauwgom, bouillon enz.
  • drink niet vlak voor de maaltijd anders neemt deeetlust af. Maar drink wel veel tijdens de maaltijd.Kauw goed op elke hap (met de mond dicht zodat er geen extra lucht bijkomt)

U kunt bij uw arts vragen naar een doorverwijzing naar een diëtist.
Voor diëtisten bij u in de buurt, raadpleeg hier de Verwijsgids Kanker.

Meer informatie over voeding en kanker

verstopping

Dooruw behandelingkunt ulast krijgen van verstopping (obstipatie).
Bij verstopping komt de ontlasting minder dan 3 keer per week. U kunt de volgende klachten hebben:

  • harde en droge ontlasting
  • persen bij stoelgang
  • opgezette buik
  • buikpijn/darmkrampen
  • verminderde eetlust door een vol gevoel
Advies
  • zorg dat u voldoende drinkt, minstens 2 liter per dag, dit zijn 16 kopjes of 14 bekers per dag
  • eet veel vezels. Vezels zitten in volkoren producten, fruit en groenten.
  • raadpleeg eventueel een diëtist voor advies
  • probeer zoveel mogelijk te bewegen
  • zo nodig kan uw behandelend arts medicijnen voorschrijven om de stoelgang te bevorderen

Neem bij de volgende klachten contact op met uw behandelend arts:

  • als u langer dan 2 dagen geen ontlasting heeft gehad
  • als u hevige buikkrampen heeft

Minder bloedcellen

In het beenmerg worden nieuwe bloedcellen aangemaakt. Door de behandeling kan de aanmaak van nieuwe bloedcellen door het beenmerg verminderen. Dan treedt een tekort aan verschillende bloedcellen op. Meestal merkt u daar weinig of niets van, maar het is wel belangrijk te weten op welke signalen of veranderingen u moet letten.

bloedarmoede

Bloedarmoede is een tekort aan rode bloedcellen. Een ander woord hiervoor isanemie.

Klachten kunnen zijn:

  • kortademigheid en vermoeidheid, zelfs als u maar heel weinig hebt gedaan
  • het zwart voor de ogen zien bij opstaan uit bed of stoel
  • bleekheid, lusteloosheid
  • duizeligheid, hoofdpijn
  • niet goed kunnen slapen
  • niet goed kunnen concentreren
  • hartklachten of hartkloppingen
  • koud gevoel, transpireren
Advies

Ukunt hier zelf niets aan doen. Deze vorm van bloedarmoede (die ontstaat door de behandeling van kanker)is niet te behandelen dooranders te gaan etendan u gewend bent. Daarom is het raadzaam om bij bovengenoemde klachten contact op te nemen met uw behandelend arts.

tekort aan bloedplaatjes

Door de behandeling kan er een tekort aan bloedplaatjes in het bloed ontstaan. Dit heettrombocytopenie. Bloedplaatjes (een ander woord is trombocyten) spelen een belangrijke rol bij de bloedstolling. Door een daling van het aantal bloedplaatjes is het bloed dunner en stolt het minder snel.

Klachten kunnen zijn:

  • sneller eenbloedneus krijgen
  • blauwe plekken
  • bloed bij plassen
  • bloed bij hoesten
  • bloedend tandvlees
  • puntvormige bloedinkjes in de huid
  • bloed bij braken
  • bloed in de ontlasting
  • bij vrouwen kan de menstruatie anders zijn
  • heel soms spontane bloedingen
Advies

Heeft ulast van één ofmeer van bovengenoemde klachten, neem dan contact op met de behandelend arts.

Wat kunt u zelf doen:

  • pas op met stoten (blauwe plekken) en krab geen wondjes open
  • als u een wondje heeft, druk dit dan een tijdje stevig dicht (bijv. met een steriel gaasje)
  • gebruik geen scherpe voorwerpen (elektrisch scheren is beter dan met een mesje)
  • probeer de ontlasting soepel te houden door veel te drinken. Veel betekent dat u per dag 1½ tot 2 liter moet drinken; dit zijn 16 kopjes of 14 bekers per dag
  • gebruik bij het tandenpoetsen een zachte borstel
  • neem de temperatuur op onder de arm of met een oorthermometer (en nietvia de anus)

tekort aan witte bloedcellen

Door de behandeling kan er een tekort aan witte bloedcellen in uw bloed optreden. Een ander woord voor witte bloedcellen is leukocyten. Witte bloedcellen zorgen voor afweer tegen infecties. Heeft u te weinig witte bloedcellen, dan krijgt u eerder infecties. Ook verlopen de infecties heftiger dan normaal.

Heeft u een infectie, dan kunt u verschillende klachten krijgen:

  • een lichaamstemperatuur van 38,5 ºC of hoger, soms met koude rillingen
  • slijm ophoesten
  • pijn bij het plassen
  • troebele urine
  • vaker plassen
  • pijnlijke plekken in de mond of pijn bij het slikken
  • buikpijn
  • diarree

Welke klachten u krijgt, hangt af van de plaats van de infectie.

Advies

Er is wel een aantal maatregelen dat u kunt nemen om de kans op infecties in een dipperiode zoveel mogelijk tegen te gaan.

  • als u een van bovengenoemde klachten heeft, meet dan uw temperatuur
  • als u een van bovengenoemde klachten heeft en/of een temperatuur van 38,5 °C of hoger, neem dan contact op met uw behandelend arts
  • zorg voor een goede lichaamshygiëne (ga een keertje vaker onder de douche of in bad)
  • controleer eventuele wondjes op ontstekingsverschijnselen: roodheid, warmte, zwelling en pijn
  • een goede mondverzorging is belangrijk
  • probeer uzelf te beschermen tegen infecties van buitenaf; ga mensen die verkouden zijn of griep hebben zo veel mogelijk uit de weg
  • mijd plaatsen waar veel mensen bij elkaar zijn, zoals het openbaar vervoer, winkels, voetbalstadia en kerken
  • uw voeding kan ook een infectiebron zijn, houd hier rekening mee bij wat u eet

Moe zijn

Tijdens de behandeling van kanker, kunt u zich erg moe voelen. Dit kan ook nog na de behandeling voorkomen. Moe zijn wordt veroorzaakt door de kanker zelf en/of door de bijwerkingen van de behandeling. Doordat u moe bent, lukt het niet meer om dagelijkse activiteiten, zoals bewegen, werk of hobby’s goed te kunnen doen. De klachten worden ook niet minder door rust en/of slaap. Na een activiteit heeft u meer of langer rust nodig. Het lukt niet goed meer om de dingen te doen die u graag wilt of moet doen.

De volgende klachten kunnen optreden:

  • Weinig/geen energie hebben
  • Nergens zin in hebben
  • Prikkelbaar zijn
  • Meer willen slapen en/of meer moeite hebben met slapen
  • Last van stemmingswisselingen
  • Als u beweegt, bent u snel moe
  • Geheugen- en concentratieproblemen
  • Minder belangstelling hebben voor de omgeving

Deze klachten kunnen ook na de behandeling nog lang blijven duren. Soms een paar maanden, soms zelfs jaren. Hieronder vindt u adviezen over hoe u kunt omgaan met deze klachten.

Advies
  • Meld uw klachten aan uw zorgverlener. Deze kan uw klachten met u bespreken en samen met u bekijken wat er mogelijk is. Bij sommige klachten kan de arts u doorverwijzen voor een behandeling met cognitieve gedragstherapie (CGT). Bij deze vorm van therapie leert u hoe u beter met de klachten kan omgaan.
  • Zorg dat u voldoende beweegt. Regelmatig bewegen, zoals wandelen of yoga, zorgt ervoor dat u zich minder moe voelt. Een (oncologisch) fysiotherapeut kan u hierbij helpen.
  • Eet gezond en veel eiwitten. Een diëtist kan u hierbij helpen.
  • Stel grenzen. Bepaal zelf waaraan u uw energie wil besteden.
  • Zoek balans en wissel momenten van inspanning en ontspanning/rust met elkaar af. Plan niet te veel activiteiten op één dag. En wissel dingen die u moet doen af met dingen waar u energie van krijgt. Zorg ook voor een goede verdeling van mentale, sociale en lichamelijke activiteiten over de dag en de week.
  • Probeer op vaste tijden naar bed te gaan en op te staan. Ook zijn er andere adviezen die ervoor kunnen zorgen dat u beter kunt slapen. Bijvoorbeeld door vlak voor het slapen niet meer naar fel licht van een tv of mobiel te kijken. Meer adviezen kunt u hier vinden.
  • Vraag familie, vrienden en kennissen om te helpen met dingen die u te vermoeiend vindt om te doen.

Kijk in de Verwijsgids Kanker welke zorgverleners bij u in de buurt u kunnen helpen met moe zijn.

Voor het laatst gewijzigd: 6 mei 2024

Nierproblemen

Door de behandeling kan nierweefsel beschadigen, waardoorde functie van de nier achteruit gaat. Nierproblemen kunt u merken aan:

  • het vasthouden van vocht (dikke vingers, enkels of zwaarder worden)
  • weinig of niet meer kunnen plassen.
Advies

Het is zeer belangrijk dat u thuis voldoende drinkt, minstens 1½ tot 2 liter per dag. Dit zijn 16 kopjes of 14 bekers per dag.

Om uw nierfunctie te meten, wordt voor iedere kuur uw bloed en soms ook uw urine onderzocht.

Heeft u een van devolgende klachten, neem dan contact op met uw behandelend arts.

  • als u niet voldoende kunt drinken, minder dan 1½ tot 2 liter per dag
  • als u tekenen van uitdroging vertoont. Dit merkt u aan een droge mond, droge huid, weinig of niet meer kunnen plassen en een donkere kleur urine.

Pijn in spieren of gewrichten

Door de behandeling kunt u pijn krijgen in de spieren, gewrichten of botten. Klachten hierbij kunnen zijn:

  • spierpijn (overal in het lichaam, zoals nekpijn, rugpijn, beklemmend gevoel op de borst, pijn aan de ledematen etc)
  • gewrichtspijn
  • te hoge spierspanning (spierspasmen)
  • pijn in de botten (botpijn)
Advies
  • u kunt 500 tot 1000 mg paracetamol gebruikentegen hoofdpijn, spierpijn en pijn in de botten (maximaal 3 maal daags tot een dagmaximum van 3000 mg)
  • nemen de klachten in de dagen na de behandeling niet af of wordt het zelfs erger? Neem dan contact op met uw behandelend arts.

Schade aan zenuwen (neuropathie)

Door de behandeling kunnen uw zenuwcellen beschadigen. Dit wordt neuropathie genoemd. Als zenuwcellen beschadigen, kunt u verschillende klachten ervaren. Meestal beginnen deze klachten in uw vingertoppen en tenen. Maar ze kunnen zich ook verspreiden naar uw handen, voeten, armen en benen.

De klachten zijn meteen na de behandeling het ergst en verminderen in de weken tot maanden daarna. Het is ook mogelijk dat de klachten pas enkele dagen na de behandeling beginnen. Over het algemeen verdwijnen de klachten binnen enkele maanden. Bij sommige mensen gaan de klachten niet meer over. Welke klachten u ervaart, hangt af van welke zenuwen zijn beschadigd.

De volgende klachten kunnen optreden:

  • minder gevoel of 'doof gevoel' in uw handen, voeten, vingers en/of tenen
  • prikkelingen of tintelingen in uw handen, voeten, vingers en/of tenen
  • een branderig gevoel in uw handen, voeten, vingers en/of tenen
  • minder kracht in uw armen en/of benen
  • kramp in uw armen en/of benen
  • pijn in uw handen, voeten en huid bij het aanraken of bij wisselingen in temperatuur
  • verlies van fijne motoriek (bijvoorbeeld moeite met netjes schrijven of knoopjes dichtdoen)
  • minder goed kunnen horen of oorsuizen
  • problemen met uw evenwicht

Neuropathie kan uw dagelijks leven beperken. Bijvoorbeeld tijdens het sporten, wandelen, werken, slapen en bij uw hobby's of dagelijkse activiteiten. Hieronder vindt u adviezen over hoe u kunt omgaan met deze klachten en problemen.

Advies
  • Meld uw klachten aan uw zorgverlener om erger worden en/of schade te voorkomen. Uw zorgverlener kan samen met u bekijken wat er mogelijk is in uw situatie. Dit hangt af van uw klachten. U kunt bijvoorbeeld medicijnen tegen de pijn krijgen. Ook kan u worden doorverwezen en/of kan de behandeling worden aangepast.
  • Vermijd dingen die pijn doen, zoals hitte of kou.
  • Draag geen strakke kleren en/of schoenen.
  • Rook niet en drink geen alcohol.
  • Zorg dat u voldoende beweging krijgt. Regelmatig bewegen, zoals wandelen, blijkt een goed effect te hebben op neuropathie. Een (oncologisch) fysiotherapeut kan u hierbij ondersteunen. Vind er hier een bij u in de buurt.
  • Controleer regelmatig uw handen en voeten op wondjes of blaren, omdat u deze mogelijk niet voelt.

Meer informatie over neuropathie kunt u hier vinden.

Laatst gewijzigd: 6 mei 2024

Slechte wondgenezing

De behandeling met sommige medicijnen (zogenaamde angiogeneseremmers) kan ervoor zorgen dat het aanmaken van nieuwe bloedvaten wordt geremd. Met als gevolg dat wonden slecht kunnen genezen omdat er geen of te weinig bloedvaatjes worden gevormd die nodig zijn voor een goede wondgenezing.

In ernstige gevallen moet een operatie hierdoor worden uitgesteld of kan een behandeling niet door gaan.

Afvallen

Tijdens de behandeling kunt u gewicht verliezen. Afvallen kan het gevolg zijn van:

  • een pijnlijke mond (ontstekingenvanmondslijmvlies) waardooreten moeilijker wordt
  • sterk verminderde eetlust, door misselijkheid of veranderde reuk- en smaak
  • maagdarmproblemen: vertraagde maagontlediging (uw eten verteert slecht of kan niet goed door de maag passeren), buikpijn, verstopping of diarree
  • eten niet binnen kunnen houden door braken
Advies

Overleg met uw behandelend arts welke van de onderstaande adviezen bruikbaar zijn voor u.

  • neem eten wat u lekker vindt en waarvan u kunt genieten, want het genot van eten en drinken is minstens zo belangrijk
  • drink voldoende, minstens 2 liter per dag; dit zijn 16 kopjes of 14 bekers
  • neem geen grote maaltijden ineens, maar vaak kleine en voedzame beetjes


U kunt bij uw arts vragen naar een doorverwijzing naar een diëtist.
Voor diëtisten bij u in de buurt, raadpleeg hier de Verwijsgids Kanker.
Leer hier meer over voeding en kanker

Hoge bloeddruk

Een hoge bloeddruk voelt u meestal niet.Is uw bloeddruk extreem hoog, dankunt u last hebben van:

  • hoofdpijn
  • kortademigheid
  • problemen met zien
  • duizeligheid
  • overmatig blozen
Advies
  • heeft u één van bovengenoemde klachten, neem dan contact op met uw behandelend arts.

    U kunt zelf niets doen om de bloeddruk te verlagen. De behandelend arts schrijft u medicijnen voor als dat nodig is. Ook zaluw bloeddruk regelmatig gecontroleerd worden.

Hoofdpijn

Door de behandeling kunt u last krijgen van hoofdpijn. Dit kan gepaard gaan met een overgevoeligheid voor prikkels als licht en geluid.

Advies

Overleg met uw behandelend arts welke van de onderstaande adviezen bruikbaar zijn voor u.

  • vermijd een prikkelende omgeving, zorg voor een rustige ruimte, eventueel verduisterd
  • probeer met koude kompressen op het hoofd de pijn te verlichten
  • overleg met uw behandelend arts over het gebruik van pijnstillers

Koorts

Door de behandeling kunt u koorts krijgen. Koorts is een lichaamstemperatuur boven de 38,5°C. Koorts kan ontstaan door een infectie. Soms kan het ook een reactie zijn van uw afweer op het medicijn wat u heeft gehad.

De volgende klachten kunnen een teken zijn van een infectie:

  • koorts
  • koude rillingen (klappertanden en rillen)
  • zweten
  • het warm hebben
  • benauwd zijn
  • hoesten, soms met slijm
  • keelpijn
  • pijn bij het plassen, vaker plassen en/of troebele urine
  • diarree
  • buikpijn
  • ziek voelen

Hieronder staan adviezen die u kunt volgen als u koorts heeft. Ook staan er adviezen om de kans op het krijgen van koorts te verkleinen.

Advies

Wat u kunt doen bij koorts:

  • Heeft u een temperatuur van boven de 38,5°C? Neem dan direct contact op met uw zorgverlener.
  • Heeft uw zorgverlener gezegd dat u paracetamol mag gebruiken? Neem dan 2 tabletten van 500 mg per keer. Niet vaker dan 4 keer per 24 uur.
  • Bij koorts heeft het lichaam extra vocht nodig. Door koorts en zweten, verliest u meer vocht dan normaal. Daarom is het belangrijk dat u genoeg drinkt. Genoeg betekent per dag 1½ tot 2 liter; dit zijn 16 kopjes of 14 bekers per dag. Genoeg drinken kan in het begin lastig zijn, omdat u niet altijd dorst heeft. Het kan dan helpen om op te schrijven wat u heeft gedronken.
  • Rust genoeg.

Wat u kunt doen om de kans op koorts te verkleinen:

  • Verzorg uw mond en tanden goed. Bijvoorbeeld door regelmatig uw mond te spoelen en tanden te poetsen. Wees voorzichtig met flosdraad, ragers en tandenstokers.
  • Was uw handen regelmatig, vooral na gebruik van het toilet.
  • Bespreek met uw zorgverlener of u de griepvaccinatie moet halen.

Dit zijn algemene adviezen. In uw situatie kunnen andere adviezen gelden. Bespreek dit met uw zorgverlener. Neem bij twijfel altijd contact op met uw zorgverlener.

Laatst gewijzigd: 23 mei 2024

Oogirritatie

Door de behandeling kan er irritatie van de ogen optreden. Dit wordt veroorzaakt door irritatie van het hoornvlies of doordat de traanklieren onvoldoende traanvocht aanmaken. Dit zorgt ervoor dat deogen droog worden.

De volgende klachten kunnen optreden:

  • roodheid
  • prikkende ogen
  • pijnlijk gevoel alsof er zand in de ogen zit
  • ontstoken oogleden
  • droogheid
  • tranen
  • wazig zien
Advies
  • Heeft ueen van deze klachten, meld deze dan aan uw behandelend arts. In geval van een ontsteking kan uw behandelend arts oogdruppels voorschrijven. Ook als u last heeft van droge ogen kunnen oogdruppels helpen.draag liever geen contactlenzen tijdens de behandeling. Uw ogen raken dan minder snel geirriteerd.
  • Bescherm uw ogen tegen scherp licht; soms helpt een zonnebril
  • Gebruik geen oogmake-up.

Pijnlijke mond

Als gevolg van de behandeling kan het mondslijmvlies beschadigd raken. Er ontstaat een ontstekingsreactie in de mond: ook wel orale mucositis genoemd. Hierdoor ontstaan geïrriteerde en/of kapotte mondslijmvliezen. Dit geeft diverse klachten en verhoogt de kans op infecties.

Klachten waaraan u dat merkt, zijn:

  • droge mond
  • brandend gevoel in mond of keel
  • brandende tong
  • pijnlijke lippen
  • gevoeligheid voor de temperatuur van eten en drinken
  • gevoeligheid bij het eten of drinken van zure of gekruide spijzen en dranken
  • snel bloedend tandvlees, tandpijn
  • slechte adem
  • kans op tandbederf
  • zweertjes
  • slikproblemen
  • roodheid
Advies
  • overweeg voor het starten van de behandeling naar de tandarts te gaan, voor een goed verzorgd en gezond gebit
  • als u tijdens de behandeling naar de tandarts moet, meld dan altijd dat u behandeld wordt en noem de soort behandeling dat u krijgt (chemotherapie, doelgerichte therapie, immuuntherapie, hormonale therapie)
  • verzorg uw mond goed
  • let op uw eten (vermijd pikant en zuur voedsel) en vermijd alcohol

Tips voor een goede mondverzorging:

  • poets 2 tot 4 keer per dag uw tanden
  • gebruik een zachte tandenborstel, eventueel een elektrische borstel of natte gazen i.p.v. een borstel
  • gebruik kindertandpasta
  • gebruik eventueel mentholvrije tandpasta
  • als poetsen (tijdelijk) niet goed kan, gebruik dan alcoholvrije chloorhexidine mondspoeling of –spray
  • reinig tussen de tanden alleen op de manier zoals u dit al gewend was, zonder het tandvlees hard te raken of te beschadigen
  • spoel of spray 4 tot 10 keer per dag uw mond met water of een zoutoplossing; spoel of spray ook na eventueel braken
  • drink koud water, dat kan de pijn verlichten
  • probeer een rietje als drinken pijnlijk is
  • houd uw lippen schoon en houd ze vetmet steriele vaseline uit een tube
  • draag uw gebitsprothese niet 's nachts en bewaar deze in een glas water
  • draag uw gebitsprothese helemaal nietals het mondslijmvlies ontstoken is

Als uw mondslijmvlies is beschadigd, neem dan contact op met uw behandelend arts. Het is ook verstandig contact op te nemen als u onvoldoende kunt eten of drinken.

U kunt bij uw arts vragen naar een doorverwijzing naar een diëtist.
Voor diëtisten bij u in de buurt, raadpleeg hier de Verwijsgids Kanker.

Trombose

Door de behandeling en de ziekte zelf heeft u een verhoogde kans optrombose. Dat is een bloedstolsel in een bloedvat.Het komt meestal voor in het been, maar er kan ookeen bloedvat naar de longen verstopt zitten. Dit heetlongembolie.

Trombose in het been is te merkenaan:

  • een pijnlijke gezwollen kuit die warm en gevoelig is bij aanraking
  • een gezwollen enkel, voet of bovenbeen, soms met roodheid en uitgezette bloedvaten

Bij trombose in de longen kunnen er klachten optreden als:

  • plotselinge pijn op de borst
  • pijn bij in- of uitademen
  • kortademigheid
  • erge hoofdpijn
  • problemen met zien
  • problemen met praten
Advies

Heeft u last van een van deze klachten, neemt u dan direct contact opmet uw behandelend arts.

Vervroegde overgang

Door de behandeling kunt u vervroegd in de overgang komen.Klachten kunnen zijn:

  • de menstruatie komt onregelmatig
  • de menstruatie duurt langer dan normaal
  • de menstruatie duurt korter dan normaal
  • u verliest minder bloed dan normaal
  • u verliest juist meer bloed dan normaal
  • u hebt opvliegers: dit zijn plotselinge, korte, hevige warmteaanvallen. Uw gezicht, hals en/of borst worden rood en u kunt opeens heftig gaan transpireren; dat kan ook 's nachts gebeuren
  • de wand van de vagin* wordt kwetsbaarder omdat het slijmvlies dunner wordt
  • de aanmaak van vagin*al vocht vermindert; dit kan een branderig gevoel geven, vrijen kan daardoor pijnlijk zijn
  • onvruchtbaar worden
Advies
  • als u nog jong bent, kunt u doorde hormoonbehandeling vervroegd in de overgang komen. In dit geval is er kans op onvruchtbaarheid. Dat kan een emotionele belasting zijn. Bespreek dit probleem met uw behandelend arts.

Lees hier meer over de vervroegde overgang

FOLFIRI - Bevacizumab - Bijwerkingenbijkanker.nl (2024)
Top Articles
Latest Posts
Article information

Author: Cheryll Lueilwitz

Last Updated:

Views: 5968

Rating: 4.3 / 5 (74 voted)

Reviews: 89% of readers found this page helpful

Author information

Name: Cheryll Lueilwitz

Birthday: 1997-12-23

Address: 4653 O'Kon Hill, Lake Juanstad, AR 65469

Phone: +494124489301

Job: Marketing Representative

Hobby: Reading, Ice skating, Foraging, BASE jumping, Hiking, Skateboarding, Kayaking

Introduction: My name is Cheryll Lueilwitz, I am a sparkling, clean, super, lucky, joyous, outstanding, lucky person who loves writing and wants to share my knowledge and understanding with you.